13-12-2024 JOURE – Het vermogen van wind- en zonneparken is het afgelopen jaar snel gegroeid. Daarmee is de verwachte stroomopwekking in 2030 door bestaande wind- en zonneparken op land 17% hoger dan vorig jaar. Dat is een kwart van de huidige totale elektriciteitsopwekking. Maar de ‘pijplijn’ met nieuwe plannen droogt op, stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) vast.
Nieuwe plannen worden bemoeilijkt door netcongestie, onzekerheid over afstandsnormen voor windturbines en strengere regels voor zonneparken. Om doorgroei na 2030 mogelijk te maken is het belangrijk om nu goed na te denken over behoud van draagvlak en een integratie met andere ruimtelijke claims, zoals woningbouw en natuur.
Op verzoek van het ministerie van Klimaat en Groene Groei heeft het PBL voor de vijfde keer de ontwikkeling van de regionale energiestrategieën gemonitord. De wind- en zonneparken op land zullen in 2030 naar verwachting 37 tot 45 terrawattuur elektriciteit produceren. Daarmee is het heel erg waarschijnlijk dat het doel van 35 Tterrawattuur uit het Klimaatakkoord wordt gehaald.
Het is heel erg onwaarschijnlijk dat het ‘totaalbod’ van de regio’s van 55 terrawattuur, zoals gedaan in hun oorspronkelijke voorstellen, wordt gerealiseerd. Ook niet als 4 terrawattuur aan zonnepanelen op woningen worden meegeteld. Dat totaalbod van 55 terrawattur is in 2022 door de toenmalige minister voor Klimaat en Energie als streefdoel voor 2030 genoemd.
Het Nationaal Plan Energiesysteem voorziet dat de elektriciteitsopwekking tot 2050 met een factor 3 tot 5 zal moeten groeien en impliceert een doorgroei van opwekking van hernieuwbare elektriciteit op land. Deze groei zal zich moeten verhouden tot andere ruimtelijke claims, zoals woningbouw en natuur. Dit vergt een integrale benadering van het energiesysteem in samenhang met die andere ruimtelijke uitdagingen.
Voor bewoners is ‘behoud van natuur en landschap’ na ‘lage kosten’ de grootste prioriteit bij de realisatie van energieprojecten, blijkt uit eerder onderzoek. Natuur en energie komen elkaar vaak tegen. Uit een quickscan door het PBL in 12 regio’s blijkt dat in 40% van de zoekgebieden voor nog niet vergunde projecten voor wind- en zonneparken ook beschermde natuur ligt.
Vaak wordt natuur beschouwd als een belemmering bij het realiseren van energieprojecten: een project moet geen schade aan de natuur aanrichten. Dat is volgens het PBL een gemiste kans, want energieprojecten en natuur kunnen elkaar ook versterken. Zo bieden zonneparken vaak gunstige omstandigheden voor vegetatie die voor dieren interessanter is dan landbouwgrond. Ook op hogere schaal kan een gezamenlijke ontwikkeling van natuur en energie de biodiversiteit verbeteren.