27-04-2024 JOURE – In 2023 gaf 49 procent van de Nederlandse bevolking van 15 jaar of ouder aan zich in de afgelopen twaalf maanden ten minste één keer vrijwillig te hebben ingezet voor een organisatie of vereniging. Het percentage vrijwilligers is sterk toegenomen ten opzichte van de coronajaren, toen gemiddeld 41 procent vrijwilligerswerk deed, en is nu terug op het niveau van voor corona. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
De cijfers komen uit het jaarlijkse onderzoek Sociale samenhang en welzijn. Daarin zijn in 2023 op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk extra vragen toegevoegd. Die gingen onder meer over wat mensen belangrijk vinden dat organisaties doen voor hun vrijwilligers.
Onder alle leeftijdsgroepen nam het aandeel vrijwilligers in 2023 toe, en komt daarmee op vergelijkbaar niveau als voor corona. Onder 65-plussers is het aandeel vrijwilligers zelfs hoger dan in 2019.
Vaker incidenteel vrijwilligerswerk
In 2023 deden vrijwilligers vaker incidenteel (af en toe of eenmalig) vrijwilligerswerk dan in 2022. Het aandeel dat regelmatig (wekelijks of maandelijks) vrijwilligerswerk deed, lag in 2023 juist iets lager dan in 2022. Gemiddeld besteedden mensen iets meer dan 4 uur per week aan hun vrijwilligerswerk.
Meeste vrijwilligers bij sportverenigingen
De meeste vrijwilligers zetten zich, net als in voorgaande jaren, in voor sportverenigingen: 16 procent. Dit werd gevolgd door scholen, buurt en hobbyverenigingen, waar zo’n 11 procent actief is. Daarnaast werd er vrijwilligerswerk gedaan in onder meer de gezondheidszorg, voor levensbeschouwelijke organisaties, culturele verenigingen of organisaties, en voor natuurbehoud (variërend tussen 5 en 10 procent), en was een kleiner deel van de vrijwilligers (minder dan 5 procent) actief voor jeugd- of buurthuiswerk, sociale hulpverlening, vluchtelingenwerk, of voor arbeids- en politieke organisaties.
Vrijwilligers in de zorg vaakst actief
Vrijwilligers in de verzorging en in de gezondheidszorg (vooral 65- tot 75-jarigen) zijn het meest frequent actief: zij zetten zich het vaakst wekelijks in, en besteden de meeste uren per week. Ook van de vrijwilligers voor onder andere levensbeschouwelijke instellingen, jeugd- of buurthuiswerk, culturele verenigingen en sportclubs, is meer dan de helft wekelijks of maandelijks actief. Vrijwilligerswerk voor een school, voor de buurt en voor natuurbehoud wordt veelal incidenteel gedaan.
Compliment of bedankje als waardering
In 2023 is ook aan vrijwilligers gevraagd wat zij belangrijk vinden dat de vereniging of organisatie waarvoor zij vrijwilligerswerk deden, voor ze regelt of terugdoet. Bijna de helft vindt het belangrijk dat ze een compliment of bedankje als waardering krijgen. Bijna 30 procent vindt vrijheid om het werk naar eigen inzicht in te vullen van belang. Slechts 5 procent hecht er waarde aan dat er een financiële vergoeding tegenover staat.
Oudere vrijwilligers vinden een compliment of bedankje minder vaak belangrijk dan jongere vrijwilligers. Daarentegen vinden jongere vrijwilligers een financiële vergoeding, een cadeau of attentie, en een heldere taakomschrijving vaker van belang dan oudere.