24-11-2023 JOURE – De stikstofexcretie van de gehele Nederlandse veestapel is volgens de momentopname in het derde kwartaal 472,2 miljoen kilogram. Dat is 3,5% onder het stikstofproductieplafond voor 2023 dat door de Europese Commissie in de derogatiebeschikking is vastgesteld. De fosfaatexcretie van de gehele veestapel bedroeg in het derde kwartaal 146,5 miljoen kilogram en ligt 2,8% onder het productieplafond. Dat meldt het CBS.
De productieplafonds in de derogatiebeschikking van de Europese Commissie van 30 september 2022 hebben betrekking op de geproduceerde hoeveelheid stikstof en fosfaat in 2020. In 2025 worden de productieplafonds verder aangescherpt tot 440 miljoen kilogram stikstof en 135 miljoen kilogram fosfaat. De stikstofexcretie en de fosfaatexcretie in deze kwartaalrapportage liggen respectievelijk nog 7,3% en 8,5% boven de productieplafonds die in 2025 gaan gelden.
De prognose van de fosfaat- en stikstofexcretie in 2023 in deze kwartaalrapportage berust voor een deel op voorlopige cijfers over de omvang van de veestapel en de hoeveelheden en de samenstelling van ruwvoer en krachtvoer. De onzekerheid in de prognose van de excretie in 2023 is in deze kwartaalrapportage nog steeds aanzienlijk.
Na afloop van elk kalenderjaar berekent het CBS achtereenvolgens voorlopige en definitieve cijfers over de fosfaat- en stikstofexcretie van de veestapel. De definitieve cijfers gaan daarbij uit van de excretiefactoren per dier die zijn vastgesteld door de Werkgroep Uniformering berekening Mest- en mineralencijfers en het aantal dieren in de Landbouwtelling.