23-06-2023 JOURE – Het streven van het kabinet naar een norm voor een maximale veebezetting per hectare zal op termijn vermoedelijk zorgen voor een aanzienlijke daling van de prijs van landbouwgrond. Dat concluderen 4 medewerkers van het ministerie van Financiën in een publicatie in Economisch Statistische Berichten. Voor de korte termijn zou het een behoorlijke impact hebben op de vermogenspositie van boeren.
De prijzen voor landbouwgrond in Nederland en België liggen hoger dan in veel andere Europese landen. En in beide landen is de intensiteit van het grondgebruik door veehouders ook groter, zoals afgemeten aan het aantal grootvee-eenheden per hectare. Er lijkt sprake van een positieve correlatie tussen intensief grondgebruik door de landbouw en hogere prijzen voor landbouwgrond.
Grondprijzen worden beïnvloed door factoren zoals bevolkingsdichtheid of de rentestand, maar ook de netto-productieopbrengst die met grond gegenereerd kan de prijs ervan bepalen. De samenhang tussen landbouwgrondprijzen en intensief grondgebruik heeft mogelijk implicaties voor de verduurzaming van de landbouw.
Een manier om zich richting een duurzamere landbouw te bewegen is bijvoorbeeld extensivering. Minder intensief grondgebruik zou ertoe kunnen leiden dat de waarde van grond daalt omdat er minder mee kan worden verdiend. Wel wordt daarbij opgemerkt dat bijvoorbeeld substitutie van grondgebruik naar productievere activiteiten, of dubbelgebruik van de grond door multifunctionele landbouw de grondprijsdaling dempen.
Het voordeel van lagere grondprijzen is dat de financieringskosten van extensieve landbouw zullen dalen. De grondprijs is dan – op de wat lange termijn – niet per se een economisch obstakel voor een extensievere bedrijfsvoering. Op de korte termijn zal de overgang naar een extensiever verdienmodel echter niet zonder pijn geschieden.
Veel boeren hebben geïnvesteerd of zijn leningen aangegaan op basis van de oude productieverwachtingen. Een dalende grondprijs tast hun vermogenspositie aan, terwijl er minder opbrengsten zijn voor het afbetalen van de leningen. De overgang van de korte naar de lange termijn is primair een transitieprobleem. Middelen uit het Transitiefonds kunnen die transitie verzachten.