Zomertijd

29-03-2025 JOURE – Vanavond is weer het jaarlijks terugkomende ritueel van het vooruit zetten. De zomertijd is weer aangebroken! De wintertijd is eigenlijk de ‘echte’ tijd zoals we die met zijn allen hebben afgesproken. In de lente zetten we de klok een uurtje vooruit: de zomertijd. Niet overal op de wereld hebben ze de zomertijd ingevoerd, maar wel in heel Europa. In de Europese Unie loopt de zomertijd van de laatste zondag van maart tot de laatste zondag van oktober.

Oorsprong
In de oudheid werd het dagritme flexibel aangepast aan de lengte van de dag. Zo begon de dag voor de Romeinen bij zonsopgang en eindigde hij bij zonsondergang. Die dag werd verdeeld in twaalf uren, en dus waren de uren in de winter korter dan in de zomer. Toen de lengte van een uur in de middeleeuwen werd vastgelegd op zestig minuten ontstond echter een verschil in zonuren tussen de zomer en de winter.

Het eerste serieuze voorstel kwam van de Nieuw-Zeelander George Vernon Hudson in 1895, die de tijd wilde aanpassen aan het ritme van de mens in plaats van omgekeerd. Hij wilde daarom de klok ’s zomers twee uur vooruit zetten. De Engelsman William Willett kwam in zijn Waste of Daylight (Verspilling van daglicht) uit 1907 met eenzelfde voorstel, maar hij was niet bij machte om het van de Britse regering gedaan te krijgen, ondanks steun van een aanzienlijke groep parlementsleden.

De zomertijd had niet altijd dezelfde begindatum:

  • 1916-1939: voor de vaststelling van de duur van de zomertijd werden verschillende regels toegepast, zoals blijkt uit de jaarlijkse publicaties in het Staatsblad. De vroegste begindatum was 26 maart (in 1922), de laatste einddatum 8 oktober (in 1922, 1933 en 1939).
  • 1940-1942: ononderbroken zomertijd van 16 mei 1940 tot 2 november 1942. In 1940 werd ook omgeschakeld van Amsterdamse Tijd naar Midden-Europese Tijd, op last van de Duitse bezetter. In deze tijd werd het in de winter in december en januari pas rond 9.30 uur licht, ’s middags daarentegen bleef het dan tot 18.00 uur licht.
  • 1943: zomertijd van 29 maart tot 4 oktober
  • 1944: zomertijd van 3 april tot 2 oktober
  • 1945: zomertijd van 2 april tot 16 september
  • 1946-1976: geen zomertijd
  • 1977-1980: zomertijd loopt van de eerste zondag van april tot de laatste zondag vóór 2 oktober. De vroegste begindatum was 1 april (in 1979), de laatste einddatum 1 oktober (in 1978).
  • Sinds 1981 gelden de regels zoals vastgesteld in een richtlijn van de Europese Unie.

Sinds 24 maart 1977 is de Wet tot nadere regeling van de wettelijke tijd van kracht. Deze maakt het mogelijk een zomertijd vast te stellen. Het Besluit van 5 december 2001 tot vaststelling van de zomertijd regelt de zomertijd sinds 2002.