PBL doet beleidsaanbevelingen over agrarisch natuurbeheer

27-03-2025 JOURE – Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) concludeert in de beleidsbrief ‘Agrarisch natuurbeheer’ dat het voorgenomen extra budget van jaarlijks 500 miljoen euro vanaf 2026 gaat helpen om de doelen gericht op natuur, klimaat en water dichterbij te brengen en daarnaast boeren te belonen voor hun inzet. Met dit bedrag kunnen echter zeker niet alle doelen worden gerealiseerd. 

Het advies is of te kiezen voor één doel, of voor een combinatie van doelen waarbij door samenhangende keuzes de inzet van middelen tegelijk meerdere doelen dient. Ook concludeert het PBL dat een vrijwillige aanpak op gespannen voet staat met een gegarandeerde reductie die nodig is om doelen met betrekking tot stikstofdepositie, de uitstoot van broeikasgassen of de Europese Kaderrichtlijn Water te halen.

In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat het kabinet vanaf 2026 jaarlijks 500 miljoen extra investeert in agrarisch natuurbeheer.  Het PBL heeft gekeken naar de voorgestelde beleidsinzet voor het jaarlijkse bedrag van 500 miljoen. Het Rijk blijkt hier vele doelen mee na te streven. Het PBL stelt dat het kabinet er goed aan zou doen om bij de inzet van middelen de bijdrage aan doelbereik altijd centraal te stellen. Hierbij is het belangrijk te kiezen voor kwaliteit boven kwantiteit.

Om deze kwaliteit te realiseren is een focus op investeren, ruimtelijk concentreren en extensiveren noodzakelijk. Eerst moet de focus liggen op een investering in de inrichting van gebieden en de omschakeling van agrarische bedrijven. Vervolgens is het belangrijk om beheerpakketten in bepaalde gebieden te concentreren om de effectiviteit te garanderen. Daarbij is een inzet nodig op zware beheerpakketten die ook daadwerkelijk tot extensief landgebruik leiden. Sturen op kwaliteit van agrarisch natuurbeheer vraagt om heldere keuzes van het Rijk en duidelijke afspraken tussen Rijk en provincie.

Voor agrariërs is het een belangrijke voorwaarde om deel te nemen dat er een langjarige financiële vergoeding tegenover staat.  De huidige beheervergoedingen zijn al jaren niet verhoogd en langjarige contracten worden op dit moment niet afgesloten door onduidelijkheid tussen Rijk en provincies over de langjarige financiering. Daarnaast is het nodig om te kunnen bijsturen, door nieuwe inzichten tijdens de looptijd van een beheerovereenkomst. 

Om de gewenste effecten te bereiken helpt het om maatregelen voor agrarisch natuurbeheer toe te passen in grotere aaneengesloten gebieden. Ook is juridische borging van agrarisch natuurbeheer nodig om een rol te kunnen spelen in de oplossing van de vastgelopen vergunningverlening rond deze gebieden.

Naast het bedrag van 500 miljoen euro per jaar voor boeren is een investeringspakket nodig voor de gebieden, zoals voor inrichtingskosten, aanleg van landschapselementen, herwaardering van grond en omvorming naar extensieve agrarische bedrijfsvoering. Dit investeringspakket van enkele miljarden is noodzakelijk om de beoogde doelen op het gebied van natuur, klimaat en water te kunnen realiseren met agrarisch natuurbeheer.

Meer informatie is te vinden in de ‘Policybrief Agrarisch natuurbeheer – Handvatten voor een succesvol agrarisch natuurbeheer‘.