Uitstoot broeikasgassen nagenoeg gelijk in derde kwartaal 2024

11-12-2024 JOURE – In het derde kwartaal van 2024 was de uitstoot van broeikasgassen ongeveer even hoog als in hetzelfde kwartaal van 2023. De elektriciteitssector heeft minder uitgestoten, maar de industrie en gebouwde omgeving hebben meer uitgestoten. Dit melden het CBS en RIVM/Emissieregistratie op basis van de voorlopige kwartaalcijfers over de broeikasgassenuitstoot conform de richtlijnen van het IPCC.

Opnieuw daling uitstoot elektriciteitssector
Net als in de eerste helft van dit jaar was de uitstoot van de elektriciteitssector in het derde kwartaal lager dan in dezelfde periode een jaar eerder. Dat komt doordat er steeds meer energie wordt opgewekt uit wind en zon, waardoor het aardgasverbruik voor elektriciteitsproductie daalt. De daling van de uitstoot was met 7 procent wel kleiner dan in het eerste halfjaar. Toen was de uitstoot 17 procent lager.

De daling in het derde kwartaal van 2024 was kleiner doordat de elektriciteitscentrales meer steenkool verbruikten voor het opwekken van elektriciteit dan een jaar eerder. Het verbruik van steenkool veroorzaakt meer CO2-emissies dan aardgas voor dezelfde hoeveelheid geproduceerde elektriciteit. De bijdrage van de elektriciteitssector aan de totale broeikasgasuitstoot in het derde kwartaal was 15 procent.

Meer uitstoot door industrie en gebouwde omgeving
De industrie heeft in het derde kwartaal 1 procent meer uitgestoten dan een jaar eerder. De sector verbruikte minder aardolie, maar meer aardgas en steenkolen. De emissies van de gebouwde omgeving waren 13,5 procent hoger.

De hogere uitstoot van de industrie en gebouwde omgeving deden de daling van de uitstoot door de elektriciteitssector bijna volledig teniet. De stijging van uitstoot van de industrie was weliswaar klein, maar het aandeel van de industrie in de totale uitstoot van broeikasgassen bedroeg 37 procent. Het aandeel van de gebouwde omgeving was met 5 procent echter relatief laag, doordat huizen en gebouwen in de zomer nauwelijks worden verwarmd.

Het CBS berekent ook de uitstoot van CO2 door alle Nederlandse economische activiteiten volgens de nationale rekeningen. Hierbij wordt in vergelijking met de uitstoot volgens de IPCC-definities ook de CO2-uitstoot van de internationale lucht- en zeevaart en de uitstoot door verbranding uit biomassa door personen en bedrijven behorend tot de Nederlandse economie meegenomen. In de tekst hieronder worden de CO2-emissies conform de berekeningswijze van de nationale rekeningen gepresenteerd.

CO2-uitstoot Nederlandse economie bijna 3 procent lager
In het derde kwartaal van 2024 was de CO2-uitstoot door de Nederlandse economie 2,9 procent lager dan in hetzelfde kwartaal van 2023. Het bruto binnenlands product groeide in dezelfde periode met 1,7 procent. De afname van de CO2-uitstoot komt vooral door een lagere inzet van aardgas en biomassa door elektriciteitscentrales en een lagere uitstoot door de transportsector.

Het weer heeft ook invloed op de uitstoot. Vorig jaar was het in het derde kwartaal warmer en was er minder aardgas nodig voor verwarming, wat leidt tot een lagere uitstoot. Gecorrigeerd voor het weerseffect kwam de daling van de CO2-uitstoot door de Nederlandse economie uit op 4,2 procent.

De energiesector heeft 12,8 procent minder CO2 uitgestoten dan in het derde kwartaal van 2023. De daling van de transportsector was 2,3 procent. Dat is vooral toe te schrijven aan een lagere inzet van fossiele brandstoffen in de zeevaart en binnenvaart. De emissies in de luchtvaart waren, met een toename van 1,5 procent, iets hoger.

Huishoudens en de overige dienstverlening hebben echter respectievelijk 4,6 en 3,9 procent meer CO2 uitgestoten. Dat is grotendeels te verklaren doordat vooral september vorig jaar vrij warm was.

In het derde kwartaal van 2024 was de CO2-uitstoot door het cluster landbouw, delfstoffenwinning, industrie en bouwnijverheid hetzelfde als in het derde kwartaal een jaar eerder. Tussen de verschillende bedrijfstakken zijn er wel verschuivingen. Zo heeft de basismetaalindustrie meer uitgestoten door een hoger gebruik van steenkool, terwijl de basischemie minder CO2 heeft uitgestoten door een lager gebruik van aardolieproducten.