18-04-2024 JOURE – Van 16 januari tot en met 26 februari kon iedereen een zienswijze indienen op het ontwerp van het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Er zijn 996 zienswijzen ingediend. Minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof bereidt nu de besluitvorming over het vaststellen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied voor. Daarbij zal zijn alle ingediende zienswijzen betrekken.
De zienswijzen en effecten daarvan worden behandeld in een Nota van Antwoord. Die Nota van Antwoord wordt samen met het besluit tot vaststelling van het NPLG gepubliceerd. Ook betrekt de minister daarbij het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage over het opgestelde milieueffectrapport. De besluitvorming is mede afhankelijk van de snelheid van de kabinetsformatie. Minister Van der Wal zal uiterlijk begin juni een brief met daarin haar analyse van de ingediende zienswijzen, de strekking daarvan en mogelijke richtingen in de antwoorden hierop naar de Tweede Kamer sturen.
De algemene strekking van recente verschenen rapportages is dat de maatregelen die het kabinet in het landelijk gebied beoogt wel effect hebben, maar ook dat er meer nodig is om de gestelde doelen te bereiken. Van der Wal omarmt de suggesties die het Planbureau voor de Leefomgeving heeft gedaan voor een meer gefaseerde aanpak van de transitie waarbij prioriteit wordt gegeven aan de gebieden en opgaven die het meest urgent zijn.
In dat kader heeft zij in het bestuurlijke overleg Landelijk Gebied van 4 april met de provincies gesproken over de mogelijkheid om de gebiedsprogramma’s van provincies gedeeltelijk goed te keuren. De minister komt komende maand met een addendum op de Handreiking Gebiedsprogramma’s waarin wordt beschreven hoe dit in zijn werk gaat. Daarnaast heeft de minister de provincies gevraagd om in september de verder uitgewerkte gebiedsprogramma’s aan te leveren. Dat kan een door Gedeputeerde Staten vastgesteld concept of een gepubliceerd ontwerp zijn.