21-02-2024 JOURE – Minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof zoekt naar alternatieven voor de kritische depositiewaarde in de Wet natuurbescherming. LTO maakt geen onderdeel uit van deze werkgroep, maar heeft een eigen voorstel uitgewerkt waardoor de kritische depositiewaarde uit de wet gehaald kan worden en geen bepalende factor meer is bij het verlenen van natuurvergunningen.
Met het alternatieve voorstel wil LTO vier doelen bereiken:
- Er moet meer onderzoek komen naar droge depositie van stikstof uit de lucht. Op dit moment is onvoldoende bekend welk deel van de stikstofconcentraties in de lucht daadwerkelijk neerslaan. Daarom moeten er ook veel meer metingen plaatsvinden naar de effecten van deze droge depositie. Bodemmonsters moeten meer inzicht geven in de effecten op onder andere het bodemleven;
- Niet de kritische depositiewaarde of de ‘staat van instandhouding’, maar het verslechteringsverbod moet de centrale focus van handelen zijn waarop vergunningverlening gebaseerd wordt vindt LTO. Door toekomstige vergunningverlening te baseren op de ‘staat van instandhouding’ zouden wéér nieuwe omgevingswaarden worden geïntroduceerd waarop boeren geen invloed hebben en waarop zij niet kunnen sturen. Daar is LTO op tegen;
- De kritische depositiewaarde moet als resultaatverplichtende omgevingswaarde uit de Wet Natuurbescherming geschrapt worden, en vervangen worden door een resultaatverplichting tot het reduceren van stikstofemissies. Vanuit Europese wet- en regelgeving bestaat er geen verplichting om de kritische depositiewaarde op te nemen in nationale wetgeving;
- Er moet een substantieel hogere drempelwaarde van minimaal 1 mol per hectare per jaar te komen, zodat veel minder activiteiten hoeven te worden getoetst op depositie van stikstof. Hierdoor kunnen PAS-melders en interimmers op korte termijn gelegaliseerd worden.
Meer informatie is te vinden in de inhoudelijke notitie van LTO.