Aardappelverwerkende industrie verspilt 3,4%

21-12-2023 JOURE – De stichting ‘Samen tegen voedselverspilling’ en de vereniging voor de aardappelverwerkende industrie VAVI hebben laten onderzoeken hoeveel verspilling er optreedt in de verwerking van aardappel naar diepvriesproducten. Hieruit blijkt dat 96,6% van de aardappel een bestemming krijgt als voedsel of veevoer. Dit concludeert Wageningen University & Research die het onderzoek heeft uitgevoerd op basis van de zelfrapportage van de bedrijven Agristo, Aviko, Farm Frites, Lamb Weston, McCain en Peka Kroef. Samen beslaan zij 95% van de Nederlandse markt. 

In de Nederlandse aardappelverwerkende industrie worden jaarlijks 4 miljoen ton aardappelen verwerkt. De bedrijven produceren vooral diepvriesfrites voor klanten in foodservice, quick servicerestaurants en retail. Daarnaast produceren sommige leden rösti en koelverse aardappelproducten voor de retail en gedroogde aardappelvlokken als ingrediënt voor de levensmiddelenindustrie. 

De meeste VAVI-leden monitoren intern al jaren de verspilling van grondstoffen, maar rapporteren daar niet over. In 2022 hebben de aangesloten bedrijven afgesproken om op vrijwillige basis hun verspilling te rapporteren via een sectorspecifieke template, ontwikkeld samen met Wageningen University & Research. Op dit moment zijn data beschikbaar van de periode 2020 tot en met 2022.

Bij aardappelverwerking ontstaan diverse reststromen die niet altijd ingezet kunnen worden voor humane voeding. Deze reststromen, zoals aardappelstoomschillen worden gezien als verspild als deze vergist, gecomposteerd, verbrand, gestort of anderszins geloosd worden. Wanneer reststromen gebruikt worden voor veevoer of als technische hulpstof in biobased materialen is dat volgens Europese criteria geen verspilling. 

In 2022 was de voedselverspilling van de sector 3,4%. Hierbij is het volume afgezet als percentage van het totale gewicht aan aardappelen en andere ingrediënten verwerkt tot diepvriesproducten. Dit zijn voornamelijk ‘natte bijproducten’, die veel water bevatten, zoals aardappelstoomschillen en grijs zetmeel dat niet als diervoeding mag worden ingezet. In 2020 werd nog 3,6% van de totale instroom verspild, wat betekent dat de aangesloten bedrijven in 2 jaar een reductie van 5,5% in verspilling hebben gerealiseerd.

De bedrijven hebben gewerkt aan optimalisatie van productieprocessen. Zij blijven zich ook de komende jaren inzetten om de voedselverspilling verder te reduceren. Enerzijds wordt er ingezet op bronaanpak en optimalisatie van de schil- en sorteerprocessen. Daarnaast wordt de behandeling van de nevenstromen geoptimaliseerd zodat deze meer geschikt zijn voor diervoeding in plaats van vergisting.

Naast diepvriesproducten, worden binnen de sector ook koelverse aardappelproducten geproduceerd. Uit de cijfers van 2020 en 2021 blijkt dat van het deel van de productie van koelverse aardappelproducten dat niet tot een levensmiddel of bijproduct verwerkt wordt, bijna 100% verwerkt wordt tot veevoer en hiermee in de voedselketen blijft. Hiermee is de voedselverspilling vanuit aardappelverwerking naar koelverse producten slechts 0,1% van de totale instroom.