15-07-2023 JOURE – In de zomer van 2022 hebben Nederlanders 21,2 miljoen vakanties gehad. Voor het eerst sinds de coronacrisis werd weer meer dan de helft daarvan in het buitenland doorgebracht. In vergelijking met 2019 bleven zomervakantiegangers wel vaker binnen Europa. Ook namen ze minder vaak het vliegtuig, maar iets vaker de trein.
Het totaal van 21,2 miljoen zomervakanties was 0,9 miljoen hoger dan in 2019, het jaar voordat de coronapandemie uitbrak. In 2022 zijn 10,8 miljoen Nederlanders minstens een keer in de zomer op vakantie geweest. In 2019 waren dat er 10,7 miljoen. In 2022 had 56 procent van de zomervakanties een buitenlandse bestemming, ongeveer net zo veel als in 2019.
Meer naar Frankrijk dan naar Duitsland
Met bijna 2 miljoen vakanties was Frankrijk in de zomer van 2022 de populairste buitenlandse vakantiebestemming. Frankrijk heeft Duitsland (met 1,6 miljoen zomervakanties) ingehaald als meest bezochte zomervakantieland. In de zomer van 2019 -het jaar voor corona- trok Duitsland met 1,8 miljoen nog de meeste Nederlandse vakantiegangers. Voor Spanje, Portugal en Turkije was dit omgekeerd; deze landen waren in de zomer van 2022 juist minder in trek als vakantiebestemming. Turkije stond in 2019 nog in de top tien, met 381 duizend zomervakanties.
Minder vakanties buiten Europa dan in 2019
Buiten Europa zijn in 2022 ruim 400 duizend minder zomervakanties doorgebracht dan in het jaar voor de coronacrisis. Ruim 10 procent van de buitenlandse zomervakanties had een bestemming buiten Europa. In 2019 was dit nog 14 procent. Vooral het aantal zomervakanties naar Azië daalde ten opzichte van 2019, maar ook Noord-Amerika was minder in trek.
Download CSVToon tabelZomervakanties buiten Europa
Minder met het vliegtuig
Dat mensen in de zomer dichter bij huis bleven, is ook terug te zien in de gebruikte vervoermiddelen voor buitenlandse vakanties. Er werd minder gevlogen: in 2022 werd voor 4,2 miljoen zomervakanties (35 procent) het vliegtuig genomen. Dat waren er 1,0 miljoen minder dan in 2019, toen het aandeel vliegreizen 45 procent was.
De auto was in 2022 het favoriete vervoermiddel voor een buitenlandse vakantie: bijna de helft van de vakanties ging per auto, drie jaar eerder was dat 44 procent, vergelijkbaar met het aandeel vliegreizen. Ook stapte men in 2022 wat vaker in de trein: voor 0,9 miljoen (8 procent) van de buitenlandse zomervakanties, terwijl dat in 2019 een half miljoen was (ruim 4 procent).
In de tussenliggende jaren met reisbeperkingen vanwege corona gingen minder mensen naar het buitenland. In 2020 ging 17 procent van die zomervakanties met het vliegtuig, en in 2021 30 procent.