14-02-2023 JOURE – Met de brieven naar de Tweede Kamer over de aanpak piekbelasting en voortgang Nationaal Programma Landelijk Gebied zet het kabinet vervolgstappen om meer duidelijkheid te bieden in de stikstofaanpak en de transitie van het landelijk gebied. Het vervolg op de kabinetsbrieven van november is op onderdelen minder concreet dan verwacht. Provincies vinden dat ook logisch omdat de uitwerking van een aantal thema’s veel zorgvuldigheid vraagt.
Zorgvuldigheid is belangrijk bij uitwerking van de aanpak, stelt het Interprovinciaal Overleg. Dat maakt dat niet voor alles nu al duidelijkheid kan worden geboden. De provincies begrijpen dit maar vragen wel aandacht voor de relatie met de harde deadlines die provincies opgelegd hebben gekregen voor hun gebiedsprogramma’s. De deadline voor het gebiedsprogramma staat, provincies werken daar ook aan, maar de invulling van de randvoorwaarden blijft op punten achter.
De werkwijze van het Rijk om de piekbelasting aan te pakken krijgt wat meer vorm. Voor bedrijven die mogelijk piekbelasting veroorzaken is het belangrijk dat die duidelijkheid zo snel mogelijk komt. Provincies benadrukken de vrijwilligheid bij de aanpak piekbelasting. Alleen bij vrijwilligheid ontstaat de legale mogelijkheid om de problematiek van PAS melders tot een oplossing te brengen. De PAS melders moeten zo snel als mogelijk worden gelegaliseerd.
Om succesvol te kunnen zijn in de aanpak van piekbelasting is het bovendien van groot belang dat alle regelingen beschikbaar zijn op het moment dat in gesprek wordt gegaan met individuele agrariërs. In de brief formuleert het Rijk het voornemen om de regelingen gelijktijdig open te stellen. Provincies gaven al eerder aan dat het van belang is dat alle sectoren bijdragen aan de vermindering van de stikstofneerslag. Ze vragen ook nog expliciet aandacht voor de gevolgen van stikstof uit het buitenland en van de scheepvaart.
Het landelijke klimaatdoel voor alle sectoren is 55% minder broeikasgasemissie in 2030, ten opzichte van 1990. Het Rijk geeft als vertrekpunt dat de veehouderij 5megaton broeikasgasreductie moet halen in 2030 en verdeelt deze opgave over alle provincies. Belangrijke kanttekening van provincies is dat het realiseren van deze reductie een gezamenlijke opgave is van Rijk en provincies. Ook hier moet het Rijk op de kortst mogelijke termijn generiek beleid verankeren zodat de gebiedsprogramma’s geen vertraging opleveren.