26-12-2017 JOURE – De overheidsschuld daalde in het derde kwartaal van 2017 met 8 miljard euro naar 413 miljard euro. Dit komt overeen met 57,0 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De schuld daalde vooral door de verkoop van financiële bezittingen ter waarde van 10 miljard euro. De schuld als percentage van het bbp daalde daarnaast ook door de groei van het bbp. Dit meldt het CBS.
De overheidsschuld uitgedrukt als percentage van het bbp wordt de schuldquote genoemd. Aan het einde van het tweede kwartaal van 2017 bedroeg de schuldquote nog 58,7 procent. In het eerste kwartaal lag de schuldquote voor het eerst onder de Europese norm van 60 procent, die voor het eind van een kalenderjaar geldt. Naast de afname van de schuld droeg ook de stijging van het bbp bij aan de lagere schuldquote.
Het overheidssaldo komt op jaarbasis, gemeten over de periode van het vierde kwartaal 2016 tot en met het derde kwartaal 2017, uit op een overschot van 1,2 procent van het bbp. In het vierde kwartaal van 2016 verlaagden kortingen op de EU-afdrachten met terugwerkende kracht voor eerdere jaren eenmalig de uitgaven met 3 miljard euro. Wanneer wordt gecorrigeerd voor deze eenmalig lagere uitgaven, komt het overheidssaldo na drie kwartalen uit op 0,8 procent van het bbp, gemeten op jaarbasis. Voor heel 2017 voorspelt het CPB een overheidssaldo van 0,5 procent bbp.
Aflossing schuld met opbrengst verkoop financiële bezittingen
De aflossing van de overheidsschuld in het derde kwartaal werd vooral met financiële bezittingen gefinancierd. De verkoop van aandelen in ASR en ABN AMRO leverde de schatkist bij elkaar 2,5 miljard euro op. Verder werd 4 miljard euro uit girale deposito’s van de Staat aangewend voor schuldaflossing. Tevens ontving de overheid per saldo 3 miljard euro aan inkomsten die betrekking hadden op eerdere periodes. Deze transacties hadden geen effect op het overheidssaldo in het derde kwartaal, maar leverden afgelopen kwartaal wel geld op waarmee schuld kon worden afgelost.
Meer inkomsten dan uitgaven
De uitgaven liggen al sinds halverwege 2010 redelijk stabiel tussen de 300 en 308 miljard euro. De inkomsten vertonen sinds die tijd een constante groei en kwamen in het derde kwartaal uit op 316 miljard euro op jaarbasis. Dit heeft in belangrijke mate te maken met de groei van het bbp. Bij economische groei snijdt het mes voor de overheid aan twee kanten: ten eerste hogere belastinginkomsten doordat er meer wordt winst wordt gemaakt, meer wordt gewerkt en meer wordt geconsumeerd. Ten tweede heeft de economische groei een drukkend effect op de uitgaven aan sociale uitkeringen zoals die voor werkloosheid of de bijstand.